De zomermaanden is klassiek een moment waarop heel wat jobstudenten aan de slag zijn. Als je een jobstudent aanwerft, zijn er wel enkele zaken waarmee je rekening moet houden.
De verleiding is misschien groot om voor een jobstudent eenvoudigweg een template arbeidsovereenkomst te gebruiken die je ook voor je vaste werknemers gebruikt. Doe dat niet!
In een arbeidsovereenkomst voor studentenarbeid ben je verplicht om een aantal zaken op te nemen die niet gebruikelijk in een gewone arbeidsovereenkomst staan. Ik denk bijvoorbeeld aan:
Gebruik dus een specifieke arbeidsovereenkomst voor studentenarbeid.
Een arbeidsovereenkomst voor studentenarbeid nodig? Stuur me een mail naar info@nelevroman.be.
Normaalgezien mogen studenten maximum 475 uren per jaar werken. In 2023 en 2024 wordt dat aantal opgetrokken naar 600 uren per jaar.
Zolang een student dit maximum respecteert, moeten de werkgever en student geen gewone socialezekerheidsbijdragen (+- 25% voor de werkgever en 13,07% voor de werknemer) betalen op het loon van de student. Zowel de werkgever als de werknemer betalen wel een solidariteitsbijdrage aan de RSZ:
Bovendien moet je op die lonen ook geen bedrijfsvoorheffing inhouden.
Vooraleer je een contract tekent met een student, vraag dan zeker een attest van student@work. Daarmee kan je als werkgever controleren hoeveel uren deze student al gewerkt heeft. Zo ben je zeker dat de studentenarbeid correct in de payroll wordt verwerkt en kom je niet voor verrassingen te staan.
Studenten die jonger zijn dan 18 jaar, worden in de wetgeving ‘jeugdige werknemers’ genoemd. Voor hen gelden er strengere regels als het om de werkuren gaat.
Bijvoorbeeld:
Twijfel je of het uurrooster dat je voor ogen hebt voor een student – 18 jaar wel is toegelaten? Laat dat dan even controleren.
Goed om weten: Een student moet altijd hetzij minstens 16 jaar zijn, hetzij minstens 15 jaar én de eerste 2 leerjaren van het secundair onderwijs hebben gevolgd. Onder deze leeftijd hebben we het over kinderarbeid, wat uiteraard verboden is.
Iets wat in de praktijk niet vaak spontaan opgevraagd wordt bij de student, is een bewijs van inschrijving aan een (hoge)school of universiteit voor het lopende schooljaar of academiejaar.
Nochtans kan de RSZ – wanneer zij een controle in uw onderneming uitvoert – dergelijk bewijs vragen. Op die manier kan de RSZ controleren of de betrokken persoon waarvoor de voordelige socialezekerheidsbijdragen werden toegepast, wel echt een student is.
Indien het enigszins mogelijk is, vraag dan ook dergelijk bewijs van inschrijving. Aangezien een student nu in de zomer niet altijd al ingeschreven is voor een volgend schooljaar of academiejaar, vraag dan een bewijs van inschrijving van het afgelopen schooljaar of academiejaar.